SV | De zon zal u niet meer wezen tot een licht des daags, en tot een glans zal u de maan niet lichten; maar de HEERE zal u wezen tot een eeuwig Licht, en uw God tot uw Sierlijkheid. |
WLC | לֹא־יִֽהְיֶה־לָּ֨ךְ עֹ֤וד הַשֶּׁ֙מֶשׁ֙ לְאֹ֣ור יֹומָ֔ם וּלְנֹ֕גַהּ הַיָּרֵ֖חַ לֹא־יָאִ֣יר לָ֑ךְ וְהָיָה־לָ֤ךְ יְהוָה֙ לְאֹ֣ור עֹולָ֔ם וֵאלֹהַ֖יִךְ לְתִפְאַרְתֵּֽךְ׃ |
Trans. | lō’-yihəyeh-llāḵə ‘wōḏ haššemeš lə’wōr ywōmām ûlənōḡah hayyārēḥa lō’-yā’îr lāḵə wəhāyâ-lāḵə JHWH lə’wōr ‘wōlām wē’lōhayiḵə ləṯifə’arətēḵə: |
De zon zal u niet meer wezen tot een licht des daags, en tot een glans zal u de maan niet lichten; maar de HEERE zal u wezen tot een eeuwig Licht, en uw God tot uw Sierlijkheid.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
De zon zal u niet meer wezen tot een licht des daags, en tot een glans zal u de maan niet lichten; maar de HEERE zal u wezen tot een eeuwig Licht, en uw God tot uw Sierlijkheid.
____Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!